top of page

Gedichten van Willem Wilmink

Dood zijn duurt zo lang

 

Dit is een zeer diepe gedicht over de dood, en wat er gebeurt als er iemand sterft. Ik denk dit omdat de dichter noemt de dood heel veel en hij noemt ook zijn twijfels over wat er zal gebeuren na de dood van een mens. Het gedicht is mooi in een donkere manier omdat het en heel triest onderwerp is. In deze gedicht blijft de dichter zeggen dat hij bang was voor de dood, en dit is gezien als hij de volgende regel zegt: "Het is niet fijn om dood te zijn. Soms maakt me dat een beetje bang ." Dit gedicht gaat vooral over hoe de dichter voelt over de dood, en de vrees hij heeft voor de dood. Dit is duidelijk te zien in het gedicht.

's Avonds laat

 

Moeder je kwam om elf uur thuis.
Niet later zei je zelf.
Ik zit nog steeds alleen in huis.
Het is kwart over elf.

Ik kwam uit bed om negen uur,
ik hield het niet meer uit:
geroezemoes achter de muur,
figuren langs de ruit.

Straks komen dieven om de hoek
en klimmen door het raam.
Naar geld en klokken zijn ze op zoek,
ze fluisteren mijn naam.

Ze vinden onze klok nog wel:
hij tikt vannacht zo bang.
Als ik mijn Oma nou eens bel?
Maar nee, die slaapt allang.

O, moeder, moeder kwam je maar.
Of ben je soms op reis?
Ik zit te woelen in mijn haar.
Het wordt al grijs.

Moeders handen

 

Je hebt het brood gesmeerd,
onze kleren gekeerd,
ons het pannetje toegeschoven
en de sokken gestopt
en ons ondergestopt...
allemaal met je handen.

Hebt de melk afgedekt
en ons toffees verstrekt
en kranten de wijk rondgedragen,
hebt geschild en versteld
en de hemden geteld...
allemaal met je handen.

Hebt ons menigmaal
ook het warme onthaal
van een oplawaai gegeven.
Hebt ons grootgebracht,
we waren met acht,
zes zijn nog in leven...
allemaal met je handen.

Heet waren ze en koud,
nu zijn ze oud.
En met al onze schade en schande
zijn we huiswaarts gegaan

en we schikken weer aan
en dan strelen we je handen.

Dood zijn duurt zo lang

 

Het is niet fijn om dood te zijn.
Soms maakt me dat een beetje bang.
Het doet geen pijn om dood te zijn,
maar dood zijn duurt zo lang.

Als je dood bent, droom je dan?
En waar droom je dan wel van?

Droom je dat je in je straat
langzaam op een trommel slaat?
Dat iemand je geroepen heeft?
Droom je dat je leeft?

Maar ach, wat maak ik me toch naar,
het duurt bij mij nog honderd jaar
voor ik een keertje dood zal gaan.

Ik laat vannacht een lampje aan.

's Avonds laat

 

Dit gedicht is een triest gedicht, die van het perspectief van een kliene kind die alleen thuis zat, op te wachten op waarneer  zijn moeder terug komt van waar ze ook gegaan is. We kunnen klaarblijkelijk zien dat wanneer hij aleen is waneer hij dit zegt; " Ik zit nog steeds alleen in huis " en als hij de volgende regel zegt: " O moeder , moeder Kwam je Maar ", weten wij dat hij op sijn moeder wacht. Sommige van de regels van dit gedicht spreeken onze aan. Want, toen ik jong was, was ik soms alleen in thuis en alles wat ik wilde was dat mijn ouders terug naar huin zouden komen, omdat ik bang was dat slechte dingen zouden gebeuren . Waaneer ik dit gedicht las, kreeg ik het gevoel dat een jong kind thuis was, en hij was bang van de dingen die om hem heen aan her gebeuren was. 

Moeders Handen

 

Dit gedicht is zeer emotioneel verbindend. Het gedicht is zeer vasthakenend, en verbindt echt met de lezer. Dit is omdat wij verbinding kunnen maken met onze ervaringen  in ons eigen leven. Dit gedicht gaat over de dingen die onze moeder's voor ons doen , de dingen die ze onze geven en de aantal dingen die onze moeder doet voor ons. Dit wordt gezien wane dichter herhaaldelijk vermeldt wat moeders met hun handen doen, voor hun kinderen . Het gedicht is geschreven vanuit het perspectief van een kind die over zijn moeder's onbaatzuchtigheid spreekt. De lijnen die echt de emotie in het gedicht brengt is wanneer de dichter zegt: "Allemaal met je handen" herhaaldelijk . Overal is dit gedicht heel mooi and emotioneel.

Gedichtanalyse

 

Motivatie keuze: Ik vind het mooi hoe iemand laat zien hoeveel moeders voor iedereen doen en hoe veel zij over ons zorgen. Titel: De titel laat ons zien dat dit gedicht over moeders gaat en wat ze voor ons doen met hun handen. Situatie van de ik verteller: De ik verteller verteld alle dingen die zijn moeder voor hem/haar doet met zijn handen. En de ik verteld dat zij schok toen zij hun moeder’s handen zagen. Tijd en ruimte: Dit gedicht is over en kind’s hele leven en wat zijn moeder voor hem of haar doet, dus is de tijd, een heel leven. Er is geen bepaalde ruimte waarin dit gedicht zich af speelt (gewoon in de bewoonde wereld). Thematiek: De thema is “de dingen die moeders doen”. Structuur: Er zijn vier strofen, en elke strofe heeft zes regels. De gedicht is geschreven als een levensverhaal. Rijmschema: De eerste twee regels van alle strofen hebben einderijm en rijmen met elkaar en dan zijn de rest van de regels zijn omarmend rijm.

Gedichtanalyse

 

Motivatie keuze: Ik vind dat dit gedicht, een erg simpele gedicht is, en ook mooi en memorabel om te lezen is. Dit gedicht is mooi verklaart over de gevoelens van een kind die thuis alleen zit door de dichter. Titel: De titel legt uit wat de omgeving en sfeer van het gedicht is, het is ons aan het vertellen dat het gedicht “‘s Avonds Laat” ingesteld is. Situatie van de ik belever: De ik verwacht tot zijn moeders aankomst, hij wilt dat zijn moeder met hem is, hij is bang door het hele gedicht. Tijd en ruimte: De tijd is elf uur s’ nachts. De ruimte is zijn thuis waar de ik verteller voor zijn  moeder aan het wachten is. Thematiek: De thema van het gedicht is “het kind die alleen thuis zit”. Structuur: Het hele gedicht is in het perspectief van het kind. Er zijn vijf strofen en elke strofe heeft 4 regels. Soort rijm: Alle strofen zijn gekruist rijm. Rijmklanken: klankrijm: er zijn veel u’s dit geeft en soort klankrijm effect. Rijmschema: a b a b en dan c d c d en zo voort. Beeldspraak: Het gedicht is geschreven als een gesproken ervaring, of verhaal, en de tekst is informeel.

 

 

Gedichtanalyse

 

 

Motivatie keuze: Ik vind dit gedicht heel triest en diep en het krijgt je aan het denken. Titel: De titel verklaart wat het gedicht over gaat en het is de onderwerp van het gedicht. De titel ‘’Dood zijn duurt zo lang’’ grijpt je omdat je wilt weten wat er met dat bedoeld is. Situatie van de ik verteller: de ik verteller vraagt zich af hoe het is om dood te zijn en zegt allerlei dingen over dood zijn. Thematiek: de thema is dood. Structuur: Het hele gedicht is in het perspectief van de ik verteller. Er zijn 5 strofen, de eerste met 4 regels, de tweede met 2 regels, de derde met 4 regels, de vierde met 3 regels en de vijfde met 1 regel. De tweede en derde strofe’s regels zijn allemaal vragen. Rijmplanken: er is veel ‘’oo’’ klanken in bijvoorbeeld dood of droom en die twee woorden zijn overal in het gedicht. Rijmschema: De eerste strofe’s eindrijm is abab omdat zijn rijmt met zijn en bang met lang. De tweede strofe’s eindrijm is gewoon aa vanwege dat het alleen dan en van is. De derde strofe’s eindrijm is aabb vanwege straat met slaat een heeft met leeft. De vierde strofe’s eindrijm is ook aabb vanwege naar met jaar en gaan met aan (aan, is een deel van de vijfde strofe maar heeft wel eindrijm met de vierde strofe). Ook in de eerste strofe rijmt fijn met pijn met zijn en deze woorden zijn in de eerste, derde en vierde regel. Beeldspraak: Het gedicht is geschreven alsof hij zich afvraagt en over dood had te denken. Misschien heeft Willem Wilmink dit geschreven terwijl hij op zijn sterfbed was of dicht bij het sterven was.

bottom of page